Hoofdstuk 6: Godsbeeld

  1. Als schepselen en kinderen van God, houdt God ervan dat wij Zijn karakter in ons werk weerspiegelen. God verlangt ernaar dat ons karakter op Zijn onveranderlijke karakter gaat lijken. Dat gunt Hij ons. Werken is daarom ook God laten werken aan ons karakter zodat we steeds meer in ons werk een beelddrager van Hem worden. In de Bijbel zien we God aan het werk en leren we hoe God aan ons wil werken en hoe God ons wil laten werken. Door te werken zoals God werkt laten we zien dat God in ons werkt.
  2. Onze opdracht en roeping is om God in elke dimensie van ons bestaan, dus ook ons werk, ​​te verbeelden. Wij zijn door God ontworpen om Zijn beelddragers te zijn, om op unieke wijze weer te geven wie God is voor Zijn wereld. God verlangt dat wij in ons Zijn heiligheid weerspiegelen, Zijn bedoelingen eren en de heerschappij van Zijn hemelse Koninkrijk op aarde uitvoeren. We zijn geroepen om heilig te zijn omdat God heilig is89, om volmaakt te zijn omdat God volmaakt is,90 om uitmuntend te zijn omdat God uitmuntend is.
  3. Omdat God de Vader trouw is, houdt Hij ervan als wij trouw in ons werk zijn. Omdat God rechtvaardig is, houdt Hij ervan als wij rechtvaardig in ons werk zijn. Omdat God barmhartig is, houdt Hij ervan als wij barmhartig in ons werk zijn. Evenzo houdt God ervan als we duurzaam, waarachtig en genadig zijn in ons werk. En omdat God liefde is, houdt Hij ervan als wij ons werk met liefde doen. Door in ons werk Zijn karakter te weerspiegelen, laten we zien dat we echt van God houden.
  4. God houdt daarom ervan als journalisten de Goddelijke waarheid weerspiegelen, als handelaren de Goddelijke trouw weerspiegelen, als hulpverleners de Goddelijke barmhartigheid weerspiegelen, en van zoveel andere beroepen die Zijn Goddelijke karakter weerspiegelen.
  5. Als schepselen en kinderen van God, houdt God ervan dat wij Zijn werken in ons werk weerspiegelen.91
  6. Omdat God redt en verzoent, houdt Hij ervan als wij in ons werk redden en verzoenen. Omdat God herstelt en geneest, houdt Hij ervan als wij in ons werk herstellen en genezen.92 Omdat God helpt en ontfermt, houdt Hij ervan als wij in ons werk helpen en ontfermen. Evenzo houdt God ervan als we zorgen en verzorgen, als we bouwen en beschermen, als we opleiden en onderwijzen. 
  7. God houdt van zoveel ander werk dat Zijn werken weerspiegelt. God houdt ervan als reparateurs repareren, plukkers plukken, bestuurders besturen, toezichthouders toezichthouden, vervoerders vervoeren en fokkers fokken. Evenzo houdt God ervan als bewakers bewaken, telers telen, schrijvers schrijven, rechters rechtspreken, koks koken, stemmers stemmen, activisten actievoeren en nog van zoveel ander werk.
  8. God gaat ons voor in Zijn werk. Aan God als dé Werker kunnen wij onszelf in ons werk spiegelen. God is in alles dé Vakman, dé Ambachtsman.93
  9. God is dé Maker en Producent. Hij is dé Ontwerper, Architect en Inrichter. Hij is dé Coach en Adviseur. Hij is dé Arts en Verpleegkundige. Hij is dé Planner, Programmeur en Controleur. Hij is dé Verzorger en Onderhouder. 
  10. God is dé Createur: Hij maakt iets uit niets.
  11. God is dé Kunstenaar: Hij heeft met Zijn Schepping het mooiste en knapste ooit gemaakt.
  12. God is dé Ondernemer: Hij ging het grootste en langste project allertijden aan, investeerde daarin en nam de mensheid aan.
  13. God is dé Manager: Hij creëerde orde, structuur en harmonie in chaos. 
  14. God is dé Wetgever: Hij stelde de beste geboden op.
  15. God is dé Schrijver: Hij schreef het mooiste boek dat er is, de Bijbel.
  16. God is ook dé Koning, dé Autoriteit, dé Bevelvoerder. Hij is dé Regisseur, dé Kraamverzorger en dé Begrafenisondernemer. Bovenal is God dé Vader.
  17. Door Jezus leren we wie God de Vader is.94 Jezus is het beeld van de onzichtbare God. Jezus is het toonbeeld waarvan God houdt.95 Door Jezus te volgen in ons werk, zijn we Zijn discipelen. God houdt ervan als we Zijn Zoon in ons werk volgen.
  18. Net als God de Vader is Jezus Christus ons tot voorbeeld in ons werk.96 Hij is dé Curator, Bemiddelaar en Advocaat: Hij redt ons uit onze failliete staat en overbrugt de kloof tussen ons en God. Hij is dé Genezer: Hij genas mensen en maakte zelfs dode mensen levend. Hij is dé Koper: Hij kocht ons vrij door Zijn leven te geven. Hij is dé Schoonmaker: Hij wast onze zonden weg. Hij is dé Voorganger en leraar: Hij predikte en onderwees als geen ander.97 Hij is dé Leverancier: Hij voorziet ons in onze levensbehoefte. Hij is dé Medewerker: Hij werkte volledig mee aan Gods plan. Hij is dé Vrijwilliger: Hij kwam vrijwillig naar de aarde om vrijwillig voor ons te lijden.
  19. We volgen Jezus in ons werk door te doen wat Hij deed. Door te bemiddelen kunnen we Jezus volgen, evenzo door te genezen, kopen, reinigen, preken, leveren, mee te werken en vrijwillig te werken. Jezus volgen in ons werk betekent dat we ons steeds afvragen wat Jezus in onze plaats zou doen.98 Jezus volgen in ons werk betekent ook dat we Hem uitnodigen in ons werk en Hem toelaten. 
  20. We volgen Jezus in ons werk door te zijn wie Hij is. We volgen Jezus in ons werk als we net al Hem dienstbaar zijn, nederig zijn en rechtvaardig. Evenzo als we vreedzaam zijn, barmhartig, genadig en gastvrij. Maar ook als we waarachtig, trouw en ingetogen zijn, getuigend, verdraagzaam en vreugdevol zijn en als we hoopvol, nuchter en liefdevol zijn. Jezus volgen in ons werk betekent dat we ons steeds afvragen wat Jezus in onze plaats zou zijn en doen.
  21. Net als God de Vader en God de Zoon is ook de Heilige Geest ons tot voorbeeld in ons werk. De Heilige Geest is leven, bevrijding en vernieuwing. De Heilige Geest schenkt leven, bevrijding en vernieuwing.99 Als de Heilige Geest in ons woont dan zijn we levend, bevrijd en vernieuwd. Ook in ons werk. Als de Heilige Geest in ons woont dan groeien en bloeien we in ons werk, zijn we geen slaaf van ons werk en zijn we anders in ons werk. En als de Heilige Geest in ons woont dan brengen we in ons werk leven, bevrijding en vernieuwing. Als we vol zijn van de Heilige Geest dan ademen we dit uit en doen we een andere wind waaien en een ander licht schijnen in ons werk.
  22. Het werk van de Heilige Geest zorgt ervoor dat we vrucht dragen in ons werk.100 De Heilige Geest inspireert ons, geeft ons kracht en wijsheid101. De Heilige Geest is onze charismatische leider. De Heilige Geest geeft ons de talenten, gaven en deugden om in ons werk het goede te doen. De Heilige Geest geeft ons ook het verstand, het geweten, het inzicht om te weten wat het goede is.102 De Heilige Geest geeft ons de energie, de motivatie, de vitaliteit, de moed om het goede te doen. Als de Geest ons zegent dan kunnen wij een zegen zijn voor anderen in ons werk.
  23. Laten we in alles wie we zijn en wat we doen in het werk een weerspiegeling zijn van God, Zijn beelddrager zijn, Zijn ambassadeur, vertegenwoordiger en rolmodel103 zijn, Zijn handwerk en aanwezigheid openbaren in ons werk. Ons werk wordt priesterlijk, evangelisch, als het Gods goedheid verkondigt, als het een venster is naar God en Zijn werk, als het een positieve weergave is van wie God is. Goede werken maken de goedheid van God en Zijn werken aantrekkelijk voor anderen.104
  24. Iedere dag dat we hebben gewerkt, hebben we onszelf de vraag te stellen of we iets van Gods karakter hebben getoond en iets van Zijn werken hebben laten zien. Ook als we ons werkzame leven overzien, hebben we onszelf de vraag te stellen of we wel steeds meer van Zijn karakter en Zijn werken hebben laten zien. 
  25. Een carrière in het werk betekent, vanuit christelijk perspectief, groeien in het geloof en toenemende vruchten daarvan in het werk. Het is daarom cruciaal dat het werk ons geloof in God niet verslapt maar versterkt. Als onze christelijke handelwijze in het werk telkens iets verwatert, dan hebben we al snel aan het einde van ons werkzame leven geen christelijke handelwijze meer over. Op de dag van het oordeel gaat het er niet om of we beddenverkoper waren, schoonmaker, hoer of accountant. Evenmin president, CEO of sportheld. Het gaat dan om ons geloof in God en of we daarvan vrucht hebben gedragen.

  1.  Leviticus 11:44-45, Leviticus 19:2, Leviticus 20:7, Leviticus 21:8
  2.  Matteüs 5:48
  3.  1 Korintiërs 12:4-11
  4.  Jesaja 58:12
  5.  Hebreeën 8:2, Hebreeën 8:5, Hebreeën 11:10, Hebreeën 12:23
  6.  Johannes 14:9, 2 Korintiërs 4:6, Kolossenzen 1:15, Kolossenzen 2:9
  7.  Matteüs 3:17, Matteüs 17:5
  8.  Marcus 7:37
  1.  Jesaja 9:5
  2.  Vgl. Matteüs 7:12
  3.  Galaten 5:18
  4.  Galaten 3:5, Galaten 5:16, Galaten 5:22-24
  5.  Johannes 16:5-15, Romeinen 8:14
  6.  1 Korintiërs 2:12
  7.  Titus 2:7
  8.  Titus 2:5

Vragen

  1. In hoeverre kan ik uit ervaring spreken dat “Werken is ook God laten werken aan ons karakter zodat we steeds meer in ons werk een beelddrager van Hem worden”? (#1)
  2. Wat maak ik uit de Bijbel op over hoe God werkt en hoe Hij mensen wil laten werken? (#1)
  3. Onderschrijf ik dat we in ons werk geroepen worden om beelddrager van God te zijn? En zo ja, in welk opzicht? En zo nee, waarom niet? (#2)
  4. Vind ik dat we eigenschappen, deugden, van God mogen vertalen naar het type werk waarvan God houdt? Zo ja, is mijn werk te relateren aan een deugd van God? En kan ik mij aan deze deugd spiegelen in mijn werk? (#3-4)
  5. Vind ik dat we de werken van God mogen vertalen naar het type werk waarvan God houdt? Zo ja, is mijn werk te relateren aan het werk van God? En kan ik zeggen dat God houdt van het type werk dat ik verricht? (#5-7)
  6. Vind ik dat we mogen spreken over ‘God dé Werker’? (#8)
  7. Vind ik dat we mogen spreken over dat God in allerlei opzichten dé Werker is? Of vind ik dat we dan God geen recht doen? (#9-16)
  8. Gaat God als dé Werker mij voor in mijn werk? En zo ja, in welke type werk? En hoe kan ik dit weerspiegelen in mijn werk? (#9-16) 
  9. Is Jezus Christus in de type werken die Hij verricht mij tot voorbeeld in mijn werk? Zo ja, hoe dan? Zo nee, hoe kan Jezus dat worden? (#18-20)
  10. Hoe vaak stel ik mezelf de vraag wat Jezus in mijn plaats in mijn werk zou zijn en doen? (#20)
  11. In hoeverre is de Heilige Geest mij tot voorbeeld in mijn werk? En welke eigenschappen van de Heilige Geest in het bijzonder? (#21-22)
  12. Welke eigenschappen van de Heilige Geest geef ik in mijn werk door aan anderen? (#21-22)
  13. In welk opzicht vind ik dat mijn werk priesterlijk/evangelisch is of kan zijn? En vind ik dat mijn werk de goedheid van God aantrekkelijk(er) maakt voor anderen in mijn werk? (#23)
  14. Vind ik dat ik iedere werkdag mezelf de vraag heb te stellen of ik iets van Gods karakter heb getoond en iets van Zijn werken heb laten zien? Zo ja, doe ik dat ook? En zo ja, wat heb ik dan getoond de laatste keer dat ik heb gewerkt? (#24)
  15. Hoe beschrijf ik mijn loopbaan vanuit christelijk perspectief? Ben ik sinds mijn eerste werk gegroeid in mijn geloof? En concreter: Als ik nu een CV voor God zou schrijven, wat zou ik daarin zetten? (#24-25)
Naar de inhoudsopgave