Werkrichtlijnen H16: Hoopvol

  1. Christenzijn op het werk is hoopvol werken. Jezus Christus volgen in ons werk betekent hoopvol zijn omdat Jezus dé hoop is en Hij hoop biedt.384 Dat Jezus is opgestaan en wij mét Hem doordrenkt ons leven en dus ook ons werk met hoop. Jezus volgen betekent dat we hoopvol mogen zijn in en over ons werk. De Heilige Geest schenkt ons een hoopvol hart en biedt ons wijsheid en kracht om hoopvol te werken.385
  2. Hoopvol werken betekent dat we mogen weten dat God er is. Als het in het werk donker is, dan mogen we weten dat God licht is. Als er in het werk veel zonde is, dan mogen we weten dat God goed en volmaakt is. Als we bang zijn in het werk, dan mogen we weten dat kinderen van God veilig bij Hem zijn.386 Als we dreigen te bezwijken voor verleidingen en druk, dan mogen we kracht putten uit het besef dat God leeft. Als we opzien tegen ons werk, dan mogen we weten dat God meegaat en meewerkt. We werken nooit alleen, maar God werkt altijd met ons.
  3. Hoopvol werken betekent dat we mogen weten dat God alles ziet.387 God ziet alles in ons werk, zelfs als niemand anders het ziet. Onze onontdekte gaven, ons niet-toegejuichte werk en onze vergeten namen doen er allemaal toe. Ze zijn belangrijk voor God. Ze maken deel uit van Zijn meesterwerk.
  4. Hoopvol werken betekent dat we mogen weten dat God alles voorziet. Waar de wereld wordt gedomineerd door onzekerheid, mogen wij verzekerd zijn in God, Waar de wereld wordt gedomineerd door wantrouwen, mogen wij op God vertrouwen.388 Waar de wereld wordt gedomineerd door verandering, mogen wij weten dat God stabiel is. God kiest er in Zijn oneindige wijsheid voor om met middelen in deze wereld te werken, en die middelen zijn mensen, zijn wij. Als wij een middel zijn voor God, dan zal God ons inzetten waar Hij ons wil inzetten, laten werken waar Hij ons wil laten werken, ons helpen waar Hij wil helpen.
  5. Hoopvol werken betekent dat we mogen weten dat God kracht geeft.389 Kracht halen we niet uit onszelf of uit onze omgeving, maar uit God, die de enige ware krachtbron is. Ons werk is niet het resultaat van onze eigen inspanning, maar het is Gods werk in ons dat ons onze energie geeft. Wat we in het werk doen is een uitdrukking van Gods reddende werk in Christus. Door Gods genade hebben we de kracht om alles te bereiken wat God voor ons in petto heeft in Christus, Die verklaart dat niets voor ons onmogelijk is.390 Als wij God de macht geven over ons werk, dan geeft dat ons de kracht om ons werk te doen.391
  6. Hoopvol werken betekent dat we mogen weten dat God werkt. God blijft in en onder ons werken totdat Zijn werk is voltooid, wat gebeurt op de dag dat Jezus Christus terugkomt. Alleen wanneer Christus terugkeert, zal Gods werk zijn voltooid. God is altijd aan het werk om zijn schepping te verlossen van de gevolgen van de zondeval.392
  7. Hoopvol werken betekent dat we mogen weten dat God ons werk overneemt. Als we ons best doen om het beste te halen uit wat God ons geeft, dan mogen we ons werk aan God overgeven. Als ons werk van God is, dan neemt Hij ons werk over. God laat Zijn werk niet los. Wanneer we een instrument zijn in Gods handen, dan geeft het ons rust en bevrijding dat de gevolgen van ons werk in Gods handen liggen.393 We hoeven niet bezorgd te zijn over en in ons werk, want wij kunnen al wat ons bezighoudt in Gods handen leggen.394 Werken is geen gokken of speculeren maar minstens op hoop van zegen en, als God het wil, een hoop zegen.
  8. Hoopvol werken betekent dat we mogen weten dat God ons werk laat renderen. Gods belofte, dat ons werk vrucht zal dragen, geeft ons het vertrouwen dat ons werk de moeite waard is, zelfs in de meest ongunstige situaties. We kunnen zelden van tevoren zien hoe God ons werk kan gebruiken om Zijn beloften te vervullen, maar Gods macht gaat veel verder dan wat we kunnen zien.
  9. 395 Zelfs goddeloos werk kan God inzetten voor het heil van Hem en onze naasten. Zelfs waardeloos werk kan God waardevol maken. God is niet alleen de Curator van ons geestelijk leven, maar ook in ons werk kan Hij bij ons falen zorgen voor redding en een doorstart.
  1. Hoopvol werken betekent dat we mogen weten dat bij God verlossing is. We hoeven niet te wanhopen als we in ons werk in de ogen van anderen falen want we zijn wie we zijn als kind van God.396 We moeten echter niet ons falen in het werk wijten aan het falen van God. Ook zelfbeklag is niet op zijn plaats. Zelfbeklag is een miskenning van God want we mogen weten dat God in ons en door ons werkt. Ontberingen en mislukkingen kunnen ons werk nog steeds bederven, maar Gods antwoord is geen veroordeling maar verlossing. Ook al zijn we in ons werk nog zo gebonden, in Jezus zijn we vrij.
  2. Hoopvol werken betekent dat we mogen weten dat God een einde zal maken aan alle onrecht in ons werk. Alle onrecht en onrechtvaardigheid in het werk is van beperkte duur. Dit is een bron van troost en uitdaging. Het is een bron van troost omdat we niet verantwoordelijk zijn voor het corrigeren van elk kwaad op onze werkplek en omdat het kwaad waaraan we op het werk kunnen lijden niet de ultieme realiteit van ons werk is. Het kwaad is een bron van uitdaging, omdat we zijn geroepen om ons te verzetten tegen het kwaad binnen onze invloedssferen. Alle kwaad zal volkomen worden verteerd. We hoeven daarom niet neerslachtig en wanhopig te worden van alle zonde op het werk, want het is slechts tijdelijk.397 Want in de hemel is geen onrecht en geen onrechtvaardigheid, is er geen list en bedrog, geen verkwisting en vervuiling, geen machtsstrijd en geen concurrentie.398
  3. Hoopvol werken betekent dat we mogen weten dat eens alles wordt hersteld. We hoeven in ons werk niet pessimistisch te zijn, maar mogen optimistisch zijn. Want eens zal Jezus terugkomen naar deze aarde en alles heel maken. Bovendien, als God een pessimist zou zijn geweest dan had hij Adam en Eva na hun zondeval geen tweede kans gegeven. Hoe meer kwaad en onrecht in ons werk, hoe meer we kunnen uitkijken naar de nieuwe hemel en aarde waar geen enkel kwaad en onrecht zal zijn.399 Het kwaad dat we om ons heen zien in ons werk, wijst ons naar Gods goedheid en Zijn genade. We werken weliswaar met onze voeten in de modder, maar met ons hoofd in de hemel. Gods vloek van verval en vergankelijkheid appelleert dat we niet moeten denken dat we onsterfelijk zijn en God niet nodig hebben. Onze gebrokenheid is goed omdat het onze slechtheid toont en afhankelijk maakt van God die volkomen goed is. In de mate dat dingen in de wereld kapot zijn en we helpen ze te repareren, wijzen ze naar God. God zal eens Zijn hele schepping, inclusief het werk, vernieuwen en vervolmaken in Jezus Christus.400 Christus verzoent alle dingen tot zichzelf.401 Dit betekent dat ons werk kan bijdragen aan de verlossing van al het leven. In feite is werk een belangrijk middel om die verlossing tot uitdrukking te brengen. We mogen leven en werken in het perspectief van de terugkomst van Jezus. Tegenslag is relatief, beknellingen en beperkingen zijn relatief, zelfs zonde is relatief. We hebben een vooruitgangsgeloof: we geloven dat iedere dag een dag dichter bij de hemel is.
  4. Hoopvol werken betekent dat we mogen weten dat in de hemel iedereen de vrijheid heeft om te werken in het centrum van diens ontketende talenten. In de hemel zullen we worden geroepen tot de hogere dienst waar we volkomen voor Gods aangezicht zullen werken. We mogen uitkijken naar de dag waarop we in volmaakte harmonie zullen werken voor Gods aangezicht.402
  5. Hoopvol werken betekent dat we mogen weten dat ons werk dat voor God is gedaan zijn ware bestemming zal vinden in de nieuwe hemel en nieuwe aarde. God gebruikt ons gewone, dagelijkse, aardse werk om de eeuwigheid te smeden. God maakt de meest vergeten, verworpen en verachte mensen tot onsterfelijke helden in Zijn Koninkrijk.403 Hij zal de meest gewone en alledaagse mensen tot onsterfelijke erfgenamen van Zijn wereldrijk maken.
  6. Hoopvol werken betekent dat we mogen weten dat er in de hemel eeuwige rust is. Al raken we door ons werk nog zo vermoeid, uitgeput en opgebrand, in de hemel kunnen we eeuwig uitrusten.
  7. Hoopvol werken betekent dat we groot mogen denken. Alleen maar klein denken is niet christelijk. God is een grote God.404 Hij heeft ons een gigantische taak gegeven,405 en Hij is in staat om overvloedig meer te doen dan we zelfs maar kunnen vragen of voorstellen.406 Daarom zijn we heilig ambitieus; dat we echt heel graag dingen willen doen die God wil dat we doen.

  1. 1 Korintiërs 15:19, 1 Timoteüs 1:1
  2. Romeinen 15:13
  3. Psalmen 27:1, 1 Petrus 3:13-14
  4. Spreuken 15:3
  5. Spreuken 3:5-6, Matteüs 7:24-27
  6. Psalmen 46, Filippenzen 4:13
  7. Matteüs 17:20, Lucas 18:27
  8. Kolossenzen 1:29
  1. Romeinen 8:28
  2. 1 Johannes 4:15-18
  3. Matteüs 6:34
  4. Romeinen 8:28
  5. Romeinen 8:14-17, Romeinen 8:38-39
  6. 2 Korintiërs 4:16-18
  7. Openbaring 21:1, Openbaring 21:4
  8. Handelingen 3:21, Romeinen 8:19-21
  1. Filippenzen 1:6
  2. Kolossenzen 1:20
  3. Prediker 2:4-11, Prediker 4:4, Prediker 5:19, Jesaja 65:21-23, Kolossenzen 1:5
  4. 1 Korintiërs 15:12-58
  5. Jeremia 32:27
  6. Matteüs 28:18-20
  7. Efeziërs 3:20

Vragen

  1. Welke Bijbeltekst over hoop vind ik met name aansprekend en richtinggevend voor wat hoopvol werken betekent (voor mij)?
  2. In hoeverre ben ik het eens met de bovenstaande opsomming van wat hoopvol werken betekent?
  3. Mis ik in bovenstaande opsomming elementen van wat hoopvol werken betekent? Zo ja, welke?
  4. Hoe omschrijf ik zelf waaruit hoopvol werken bestaat voor christenen in het werk?
  5. Hoe omschrijf ik waaruit hoopvol werken voor mij in mijn werk bestaat?
  6. In welke mate onderschrijf ik dat hoopvolheid een belangrijke eigenschap/deugd is voor christenen in hun werk?
  7. In welke mate onderschrijf ik dat hoopvol een belangrijk principe is voor het gedrag van christenen in hun werk?
  8. In welke mate is hoopvolheid een belangrijke deugd en principe voor mij in mijn werk?
  9. Op welke wijze ervaar ik dat hoop(vol) belangrijk is in mijn werk?
  10. Wanneer ik werk, werk ik dan om hoop te brengen? En doe ik dat van harte?
  11. In hoeverre kan ik in mijn werk hoopvol werken?
  12. Hoe vaak heb ik de afgelopen tijd hoop gebracht in mijn werk?
  13. Hoe hoopvol vind ik mijzelf in mijn werk? En waarin zit dat?
  14. In hoeverre gebruik ik hoopvol als principe voor mijn gedrag in mijn werk? Kan ik dat illustreren aan de hand van de besluiten die ik de laatste tijd in mijn werk heb genomen?
  15. Als ik terugkijk op mijn werkzame leven, kan ik dan zeggen dat ik steeds hoopvoller ben geworden in mijn hart en gedrag?
  16. In hoeverre zien mensen met wie ik werk mij als hoopvol? En wat hebben ze hierover tegen mij gezegd?
  17. In hoeverre denk ik dat God vindt dat ik hoopvol ben en handel in mijn werk?
  18. In welk opzicht kan ik hoopvoller worden en handelen in mijn werk? En hoe ga ik dat concreet doen?
  19. Welke hoop ga ik de eerstkomende werkdag extra brengen?
  20. Wat ga ik over hoopvol werken in gebed zeggen tegen God?
Naar de inhoudsopgave